Vragenlijst met 56 items waarmee wordt beoogd persoonlijkheidseigenschappen te meten die van belang zijn voor het werk. Het instrument bevat zeven schalen met ieder acht items: ‘Intrinsieke prestatiemotivatie (Pi)’, ‘Extrinsieke...
Vragenlijst die de mate van agressie bij jeugdigen beoogt te meten. Het instrument bevat 32 items en bestaat uit één hoofddimensie, die het totaal aan agressief gedrag in kaart brengt. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee subdimensies...
Vragenlijst die bestaat uit 22 schalen; 11 schalen voor ‘Behoeften’ en 11 schalen voor ‘Rollen’. De schalen kunnen worden ingedeeld in zeven factoren: ‘Impact & Gedrevenheid’, ‘Organisatie & Structuur’, ‘Ideeën & Verandering’,...
Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
De test bestaat uit de parallelversies 1 en 2. Elke versie heeft twee boodschappenlijsten A en B met 16 artikelen die door patiënt onthouden moeten worden, en een Recognitielijst met 44 items. Beide lijsten zijn op cassetteband ingesproken. Na...
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die door ten minste twee verpleegkundigen en/of afdelingshoofden worden ingevuld op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd'. De schaal omvat zes factoren: Prikkelbaarheid, Sociale interesse,...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Vragenlijst met 36 items die met ‘juist', ‘?' of ‘onjuist' beantwoord moeten worden. De subschalen zijn Stemming (19 items), Motivatie (13) en Somatische klachten (4).
Vragenlijst met 22 items betreffende klachten, waarbij men op een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe men zich gedurende de afgelopen week met vandaag erbij, voelde.De subschalen zijn Stemming (14 items), Motivatie (4) en Somatische klachten (4).
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.