Toestel dat in niet-systematische volgorde visuele en acoustische prikkels geeft waarop specifieke reacties worden verlangd.
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...
Vragenlijst met 20 items waarbij de leerling op een vierpuntsschaal (‘bijna nooit' tot ‘bijna altijd') moet aangeven hoe hij zich in het algemeen voelt n.a.v. examens/toetsen. Naast de totaalscore examenangst, worden twee subscores verkregen...
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).