Vragenlijst die de mate van agressie bij jeugdigen beoogt te meten. Het instrument bevat 32 items en bestaat uit één hoofddimensie, die het totaal aan agressief gedrag in kaart brengt. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee subdimensies...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 2 onderdelen: een lijst met 12 items die door de ouders wordt ingevuld, voorafgaand aan het PGO. De ouders vullen in of de stellingen ‘waar', ‘een beetje waar' of ‘niet waar' zijn met betrekking tot gedrags-...
Test met 70 items gericht op alle aspecten van bewegen/motoriek. De opdrachten zijn verdeeld over vier onderdelen:- Statische motoriek (7 items), voorbeeld: ‘Op één been staan, rechts'.- Dynamische motoriek (9 items), voorbeeld: ‘Voorwaarts...
De vragenlijst wordt ingevuld door ouders. Zij geven op een driepuntsschaal aan in welke mate een gedragsbeschrijving nu en in de afgelopen zes maanden van toepassing is op hun kind.De VVA bestaat uit 23 items, verdeeld over de vier subschalen...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Toestel dat in niet-systematische volgorde visuele en acoustische prikkels geeft waarop specifieke reacties worden verlangd.
Acht subtests: Woordenschat, Stippen verbinden, Cijferherkenning, Letterherkenning (klassikale afname) en Overeenkomsten en verschillen, Cijfergeheugen, Auditieve aanvulling en Auditieve synthese (individuele afname). Elke subtest heeft...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.