Op basis van de GALO en GIVO geconstrueerde schriftelijke test met zes subtests die twee factoren meten:I. Taalkundige kennis en inzicht met de subtests Synoniemen, Analogieën en Categorieën,II. De Symbolische factor, die omvat: a. Rekenkundig...
Vragenlijst die basale persoonlijkheidsdimensies meet. Het instrument bevat in totaal 100 items die over vijf schalen zijn verdeeld (20 items per schaal). De schalen zijn: Extraversie (E), Neuroticisme (N), Absorptie (A), Insensitiviteit (S) en...
Persoonlijkheidsvragenlijst specifiek voor de klinische praktijk. De vragenlijst meet de volgende zes persoonlijkheidskenmerken; Negativisme (NEG), Somatisering (SOM), Verlegenheid (VER), Ernstige Psychopathologie (PSY), Extraversie (EXT) en...
Schooltoets bestaande uit twee onderdelen: Spelling niet-werkwoorden en Spelling werkwoorden. Deze testbeschrijving en -beoordeling betreft alleen het toetsonderdeel Spelling niet-werkwoorden.Spelling niet-werkwoorden: hier worden hoofdzakelijk...
Vragenlijst met in totaal 46 vragen die met ‘ja' of ‘nee' moeten worden beantwoord. Een voorbeeldvraag is: ‘Vind je vrij lezen in de klas een beetje saai?'. De Leesattitudeschaal bestaat uit drie onderdelen: ‘Lezen in de klas' (14 items), ‘Lezen...
. De Schoolvaardigheidstoets Begrijpend lezen (SVT-BL) bestaat uit een toetsboekje met daarin 21 items voor groep 4, 25 items voor groep 5, 39 items voor groep 6, 35 items voor groep 7 en 37 items voor groep 8. De items zijn meerkeuzevragen met...
De schooltoets bestaat uit twee onderdelen: Taalschaal 1 met vijf toetsen voor groep 4, 5 en 6 en Taalschaal 2 met drie toetsen voor groep 7 en 8. Per toets zijn er ruim 50 opgaven, opgedeeld in twee tot vier vergelijkbare opgaven met een...
Evaluatieschaal t.b.v. het spellingonderwijs in de vorm van een taakanalytisch systeem dat de spellingcategorieën van de volgende dictees hiërarchisch ordent:A. Diagnosedictee 4, OBD-Eindhoven (1978), t.b.v. groep 4;B. Praxisdictees 3.1, 4.1 en...
Toestel dat in niet-systematische volgorde visuele en acoustische prikkels geeft waarop specifieke reacties worden verlangd.
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...