De test bestaat uit 70 onafgemaakte zinnen (stammen), die cliënt met, bij voorkeur, eerste invallen moet aanvullen. Van de niet ingevulde zinnen wordt mondeling een aanvulling gevraagd. Voor jongere kinderen bestaat er een kinderversie. In de...
De test bestaat uit tien subtests: Woordenlijst, Legkaart, Vaaropdracht, Sorteren, Figuur ontdekken, Cijferen, Draaikaart, Woordmatrijs, Woordopnoemen I en II. Voor de verkorte vorm zie het fiche van de Handleiding 1983.
Vragenlijst met 58 items die op een zespuntsschaal van ‘dat is beslist zo' tot ‘dat is beslist niet zo' worden gescoord. De items betreffen aspecten van dwanggedrag.
Methode waarbij relevante probleemgebieden, doelen en schalen (indicatoren voor het bereiken van doelen) voor een behandeling op een evaluatieformulier worden ingevuld. Per cliënt wordt het beginniveau aangegeven, na een afgesproken tijd wordt...
De test is in drie vormen beschikbaar: Vorm A, de kaartjesvorm met 550 items op kaartjes gedrukt die gesorteerd moeten worden in hoeverre ze van toepassing zijn in ‘juist', ‘onjuist' en ‘ik weet het niet'. Vorm B, de volledige boekjesvorm met...