Niet-verbale test met 90 items die bestaat uit zes subtests met elk 13 tot 17 in moeilijkheidsgraad oplopende items. Er zijn drie redeneersubtests: ‘Categorieën’, ‘Analogieën’ en ‘Situaties’ (de ‘Redeneerschaal’) en drie meer ruimtelijke...
Test met veertien subtests, te weten tien primaire subtests en vier aanvullende, secundaire subtests. Acht subtests waren ook opgenomen in de WISC-IIINL: ‘Blokpatronen’, ‘Overeenkomsten’, ‘Cijferreeksen’, ‘Substitutie’, ‘Woordkennis’, ‘Symbolen...
Deze niet-verbale test bestaat uit zes subtests met elk ca. 15 in moeilijkheidsgraad oplopende items. Er zijn drie redeneersubtests: Categorieën, Analogieën en Situaties en drie performale meer ruimtelijke subtests: Mozaïeken, Puzzels en...
Vragenlijst met 34 items die een bepaalde gevoelstoestand beschrijven en die drie subschalen omvatten: Zorg (14 items), Emotie (12 items) en (gebrek aan) Zelfvertrouwen (8 items). Op vijfpuntsschalen moet de leerling aangeven hoe hij/zij zich op...
Begeleidingsinstrument met 120 items; op vijfpuntsschalen wordt aangegeven in hoeverre men zichzelf herkent in de uitspraken. Er zijn drie onderdelen: Studieactiviteiten (55 items), Studiemotivatie (25 items) en Studieopvattingen (40 items).De...
Begeleidingsinstrument voor school- en beroepskeuze vanaf HAVO/VWO niveau. Op het testblad staan 84 beroepen in paren en 84 werkzaamheden in paren, waarbij de leerling steeds de meest aantrekkelijke keuze moet aanstrepen.Er worden zeven...
Begeleidingsinstrument af te nemen bij leerlingen met ruime ervaring in het leren/studeren. Afname wordt daarom aanbevolen in het 2e of 3e trimester, bij WO/HBO aan het einde van het 1e trimester of semester van het studiejaar. De vier...
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.
De test bestaat uit drie aparte subtests: Verbale Analogieën (40 opgaven) waarbij identieke relaties tussen twee woordparen gevonden moeten worden; Woordenschat (64 opgaven) in vijfkeuzevorm en Functies van Woorden (40 opgaven), bestaande uit...
De test bestaat uit twee subtests: rekenvaardigheid en cijferreeksen. De eerste bestaat uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord uit vier alternatieven gekozen moet worden. Cijferreeksen bestaat uit 26 opgaven waarbij uit vijf...