Vragenlijst die de mate van agressie bij jeugdigen beoogt te meten. Het instrument bevat 32 items en bestaat uit één hoofddimensie, die het totaal aan agressief gedrag in kaart brengt. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee subdimensies...
Vragenlijst bestaande uit een aantal stellingen. Opdracht voor de kandidaat is om uit telkens twee stellingen de stelling te kiezen die het beste bij hem/haar past.Het instrument is gebaseerd op een theorie waarin de mens als ‘open systeem'...
Test bestaande uit vijf domeinen met elk vijf tot zes facetten:- Gevoeligheid: nervositeit, boosheid, neerslachtigheid, gene en stressbestendigheid.- Extraversie: vriendelijkheid, contactbehoefte, dominantie, dynamiek, spanningsbehoefte en...
Test bestaande uit de Big Five-factoren en de toegevoegde factor Integriteit. Daarnaast zijn er zeven onderliggende schalen (minor-schalen):FactorenMinor-schalenExtraversie (E)Initiatief (E1)Stabiliteit (S) Vriendelijkheid (V)Assertiviteit...
Test bestaande uit zes subtests:- Matrix Redeneren (MR): de cliënt krijgt een onvolledige matrix van figuren te zien en kiest het ontbrekende onderdeel uit vier of vijf antwoordmogelijkheden.- Substitutie (SU): de cliënt kopieert symbolen die...
De vragenlijst bestaat uit dertig items verdeeld over drie schalen: Werkstressindex, Werkstressintensiteit en Werkstressfrequentie en zes subschalen: Werkdrukindex, Werkdrukintensiteit, Werkdrukfrequentie, Sociale steunindex, Sociale...
Handelingsgerichte diagnostische test met 20 items met een oplopende moeilijkheidsgraad. De items hebben meer onderdelen en bestaan uit verhaaltjes, vragen en opdrachten. De reacties van het kind worden letterlijk genoteerd.De test meet de drie...
Vragenlijst met 201 items met 2 tot 4 antwoordmogelijkheden. De 27 schalen en 42 aanvullende vragen richten zich op zeven onderzoeksgebieden:1. Kenmerken van het werk, met zeven schalen zoals: Werktempo/hoeveelheid, Emotionele belasting,...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.