Vragenlijst die de mate van agressie bij jeugdigen beoogt te meten. Het instrument bevat 32 items en bestaat uit één hoofddimensie, die het totaal aan agressief gedrag in kaart brengt. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee subdimensies...
Test voor het vaststellen van stoornissen in het visueelruimtelijk leren en geheugen. De items bestaan uit plaatjes van alledaagse voorwerpen die mensen vaak niet meer kunnen terugvinden, zoals een bril, een schaar en sleutels. De ruimtelijke...
Testbatterij die bestaat uit een reeks neuropsychologische subtests, die in verschillende combinaties kunnen worden gebruikt voor verschillende doeleinden. De subtests zijn in te delen in zes neuropsychologische domeinen:- Aandacht en executieve...
Observatieschaal bestaande uit 263 woorden en 11 zinnen gericht op de taalontwikkeling van het jonge kind. Ouders krijgen één tot twee weken de tijd om de lijst thuis in te vullen en te observeren welke woorden en zinnen hun kind actief en...
Begeleidingsinstrument met 50 klachten en verschijnselen waarvan patiënt op vijfpuntsschalen moet aangeven hoe vaak deze de afgelopen week zijn ervaren.De 4DKL omvat vier subschalen: Distress (symptomen van stress en surmenage, 16 items),...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
De vragenlijst kent vier versies, de oorspronkelijke GHQ-60 met 60 items (deze is niet voor Nederland bewerkt) en de korte versies GHQ-30 en GHQ-12 met evenveel positieve als negatieve items, gecorrigeerd voor instemtendentie en zonder...
Het begeleidingsinstrument bestaat uit drie onderdelen:1. TSI afname bij het kind (33 items), voor elke leeftijd een apart testboekje. De items zijn ontleend aan bestaande taal-, verbale intelligentie- en ontwikkelingstests en betreffen kennis...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.