Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set Vragenlijsten Gezin en Opvoeding, dit zijn vier vragenlijsten die diverse aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De VGFO bevat 28 vragen waarmee vijf aspecten van het gezinsfunctioneren...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set vragenlijsten Gezin & Opvoeding (VG&O). Dit zijn vier vragenlijsten die verschillende aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De vragenlijsten kunnen ook los van elkaar worden...
Neuropsychologische testbatterij die bestaat uit twaalf subtests, te weten:Subtest 1 - Tellen (5 items), het kind moet verschillende zwarte stippen hardop tellen en deze tegelijkertijd met een vinger aanwijzen.Subtest 2 - Achteruit tellen (2...
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Computertoets bestaande uit zeven subtests en een totaalschaal:- Woorden Passen (WP, 24 items): naar aanleiding van een voorbeeld moet uit vier antwoordmogelijkheden een tweede woordpaar gevormd worden.- Technische Tekeningen (TT, 20 items):...
Toets gebaseerd op het intelligentiemodel van Vernon (1950, 1965) met zeven subtests. Er zijn voorbeelditems en per subtest 15 tot 24 meerkeuzevragen.De subtests Woorden passen, Woorden kennen, Woorden onthouden en Goede zinnen vormen de factor...
Diagnostische schooltoets met zes subtests: Leessnelheid, Begrijpend lezen, Woordenschat, Werkwoordspelling, Spelling en Rekenvaardigheid. Foutenanalyse is mogelijk bij Spelling, Werkwoordspellen en Rekenen.De test kan op drie niveaus worden...
De vragenlijst heeft 123 items die op een zespuntsschaal (van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens) door de ouder(s) ingevuld moeten worden. Bij het beantwoorden moet steeds hetzelfde kind (leeftijd mag variëren van 2 tot 14 jaar) voor ogen...
Schaal met 27 beweringen waarop de leerling. met ‘veel', ‘soms' of ‘weinig' moet aangeven in hoeverre de uitspraken op hem van toepassing zijn. De items betreffen studietijd, huiswerk, proefwerken, leergewoonten etc.In combinatie met scores op...