Vragenlijst die de mate van agressie bij jeugdigen beoogt te meten. Het instrument bevat 32 items en bestaat uit één hoofddimensie, die het totaal aan agressief gedrag in kaart brengt. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee subdimensies...
Test bestaande uit zes subtests:- Woordenschat (WS): 34 woorden waarbij de leerling uit vier woorden het juiste synoniem moet kiezen, tijdslimiet van 15 minuten.- Verbale Analogieën (VA): 34 opgaven bestaande uit een analogieredenering met vier...
Test bestaande uit zes subtests:- Woordenschat (WS): 34 woorden waarbij de leerling uit vier woorden het juiste synoniem moet kiezen.- Verbale Analogieën (VA): 34 opgaven bestaande uit een analogieredenering met vier antwoordmogelijkheden.-...
Test gericht op mogelijkheden om de communicatie met de cliënt te ondersteunen. Het instrument bestaat uit twee niveaus met een totaal van vijf reeksen en 36 items. Niveau I meet het presentatieniveau en bevat reeksen 1 t/m 3. Niveau II meet het...
De schooltoets heeft 16 taken met elk 25 tot 30 multiple-choice opgaven.Taken Taal: Schrijven van teksten, Spellen, Herkennen van de persoonsvorm, Begrijpend lezen, Woordenschat. Taken Rekenen-Wiskunde: Getallen, bewerkingen, breuken,...
De HDI omvat vijf aparte vragenlijsten: Algemeen functioneren (41 items) en Lichamelijke klachten (30 items) die de aanpassing aan kanker meten en Omgaan met ziekte (58 items), Relaties (14 items) en Werkzaamheden (6 items) die over het proces...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Vragenlijst met 30 klachten, samengesteld uit items uit de HSCL van Luteijn e.a., de klachtenlijst van Linssen e.a. en de klachtenlijst van de Daniël den Hoedkliniek. Patiënt moet op een vierpuntsschaal aangeven in hoeverre hij de afgelopen...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.