De test bestaat uit een kaart met de complexe figuur, papier, potlood en scoringsformulier. Opdracht: het uit de vrije hand natekenen van de figuur. Wordt o.a. gebruikt voor screening op hersenorganiciteit.
Vragenlijst met 20 items waarbij de leerling op een vierpuntsschaal (‘bijna nooit' tot ‘bijna altijd') moet aangeven hoe hij zich in het algemeen voelt n.a.v. examens/toetsen. Naast de totaalscore examenangst, worden twee subscores verkregen...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...