De vragenlijst is gebaseerd op de theorie van N. Chodorow (1978, 1989) en de DPD-kenmerken uit de DSM-III-R en bestaat uit 50 items die beantwoord moeten worden op zevenpuntsschalen, van ‘absoluut niet' via ‘middelmatig' tot ‘helemaal'. Er zijn...
De test bestaat uit een kaart met de complexe figuur, papier, potlood en scoringsformulier. Opdracht: het uit de vrije hand natekenen van de figuur. Wordt o.a. gebruikt voor screening op hersenorganiciteit.
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.