Vragenlijst die de mate van agressie bij jeugdigen beoogt te meten. Het instrument bevat 32 items en bestaat uit één hoofddimensie, die het totaal aan agressief gedrag in kaart brengt. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt in twee subdimensies...
Methode bestaande uit tien toetsen (zie beschrijving beoordeling Toetspakket Beginnende geletterdheid, 2008). De ‘oude' Letterkennistoets 1 en Letterkennistoets 2 zijn samengevoegd tot de nieuwe Letterkennistoets, de ‘oude' Analysetoets is...
Methode bestaande uit tien toetsen:- Rijmtoets (april groep 1): meet het fonologisch bewustzijn (klankgroepen).- Woordenschattoets 1 (mei groep 1): meet kennis van woorden.- Woordenschattoets 2 (oktober en mei groep 2): meet kennis van woorden.-...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Schooltoets met twee parallelvormen A en B met elk 40 opgaven. De opgaven zijn in groepen van vijf verdeeld over acht onderdelen: Vergelijken, Classificeren, Correspondentie leggen, Seriëren, Telwoorden gebruiken, Synchroon en verkort tellen,...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een set van 15 werkbladen voor elke leerling en een leerlingboekje met voor de zes te meten ontwikkelingsaspecten steeds tien opdrachten die opklimmen in moeilijkheidsgraad (fases). Afhankelijk van de situatie...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Niet-verbale beroepskeuzetest met 156 concrete afbeeldingen van beroepen door middel van foto's. 13 beroepssectoren worden gerepresenteerd, waarbij het accent valt op handenarbeid en diensten. De cliënt moet 78 keer kiezen uit twee foto's. Per...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...