Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...
Observatieschaal met 123 gedragsbeschrijvingen (in groepjes van vier tot tien) die wordt ingevuld door onderwijsgevenden. De items zijn verdeeld over 19 situaties die ingedeeld zijn in vijf hoofdcategorieën: Interactie met onderwijzer(es),...