Test met drie subtests gericht op het vaststellen van verbale en visuele semantische stoornissen als oorzaak van woordvindingsproblemen: SAT-benoemen, SAT-verbaal en SAT-visueel. Elk onderdeel bestaat uit 30 items. Bij het onderdeel SAT-benoemen...
Vragenlijst met 43 items verdeeld over twee subschalen: Negatief Zelf Georiënteerde Denkstijl (NZD, 28 items) en Positief Zelf Georiënteerde Denkstijl (PZD, 15 items).De cliënt moet op een vijfpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd', invullen hoe...
Observatieschaal met 49 beweringen die door een ouder/verzorger moeten worden aangekruist op een driepuntsschaal: ‘niet-', ‘soms-', ‘duidelijk van toepassing'. Er wordt gevraagd naar het gedrag van het kind gedurende de laatste twee maanden.De...
Observatieschaal ontwikkeld vanuit de praktijk van de psychosociale rehabilitatie voor psychiatrische patiënten. De MAS is geïnspireerd op de Beschut Wonen Schaal van Wennink, 1987. De schaal meet Overdraagbare en Niet-overdraagbare activiteiten...
Vragenlijst met 31 items die vijf subschalen omvatten: Afleidbaarheid, Overmaat aan informatie, Verwerkingscapaciteit, Aandachtscontrole, Conceptuele controle. Op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd' moet men aangeven in hoeverre de...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
Observatieschaal met twee delen: I. Afwijkend gedrag (7 trichotome items) en II. Algemeen gedrag (16 visueel analoge schalen). Algemeen gedrag omvat drie factoren: Sociale activiteit, Taalgebruiksstoornis en Zelfverzorging. De vragen worden...
Vragenlijst met 40 items die drie subschalen omvatten: Directe Agressie, Indirecte Agressie en Sociale Wenselijkheid met resp. 16, 19 en 5 items. Respondent moet van elke uitspraak aangeven of deze ‘waar' of ‘onwaar' is.De BDHI-D kan gebruikt...
De beoordelingsschaal verzamelt informatie op vijf gebieden van functioneren die elk als belangrijk diagnostisch criterium voor borderline persoonlijkheidsstoornis worden beschouwd: Sociale aanpassing, Impuls en handelingspatroon, Affekten,...
De test omvat zeven subtests: 1. Begrip van woorden, 2. Begrip van zinnen, 3. Benoemen, 4. Opnoemen van woorden, 5. Spontaan taalgebruik, 6. Klankdiscriminatie, 7. Zinnen maken. Subtests 1 t/m 5 vormen samen de SAN-kernbatterij. Het materiaal...