De toets bestaat uit 45 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 35 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Passieve Woordenschat, Definitievaardigheid (raadsels) en Kritisch luisteren. Het...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.