Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Test bestaande uit tien modules:1. Middelen - Gebruik: een interview dat het gebruik van tien psychoactieve middelen vaststelt. Per middel wordt gevraagd naar het gebruik in de laatste 30 dagen, de hoeveelheid van de gebruikte stof en het aantal...
Schooltoets in de vorm van een invuldictee. De leerling moet weggelaten werkwoordsvormen in twintig zinnen invullen. De zinnen worden voorgelezen. Er werden alleen vervoegingen met ‘dt', ‘dd' en ‘tt' opgenomen. De schooltoets kan worden gebruikt...
Observatieschaal bestaand uit twee delen: voor 1 t/m 6 jaar en één voor 6 t/m 12 jaar, met elk 51 vragen waarvan 50 op een zespuntsschaal gescoord worden (van ‘nooit' tot ‘zeer frequent'). De vragen zijn voorzien van concrete voorbeelden en...