Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test bestaande uit vijftien subtests, die worden onderverdeeld in drie categorieën:1) Rekentaken:- Optellen (40 items): er wordt een optelsom aangeboden met twee antwoordmogelijkheden.- Aftrekken (40 items): er wordt een aftreksom aangeboden met...
Vragenlijst bestaande uit 90 items die zijn ondergebracht in drie schalen: Prestatiemotiefschaal (P), Negatieve-Faalangstschaal (F-) en Positieve-Faalangstschaal (F+).Antwoorden worden gegeven op een drie- of vierpuntsschaal. De...
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...