Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst bestaande uit 90 items die zijn ondergebracht in drie schalen: Prestatiemotiefschaal (P), Negatieve-Faalangstschaal (F-) en Positieve-Faalangstschaal (F+).Antwoorden worden gegeven op een drie- of vierpuntsschaal. De...
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...