Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst bestaande uit tien inhoudsschalen en twee controleschalen met in totaal 62 items. Een informant beantwoordt de items op een driepuntsschaal. Met de inhoudsschalen wordt de cliënt op tien persoonlijkheidskenmerken beoordeeld:- Sociaal...
De beoordelingsschaal bestaat uit tien in omgangstaal gestelde items die elk op een zevenpuntsschaal worden gescoord. Scoring tijdens of na klinisch interview waarin de vragen ruim gesteld worden, gericht op aanwezigheid van door de patiënt...
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).