De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Deze vragenlijst bestaat uit 35 items; 18 items betreffen verwachtingen die mensen hebben t.a.v. de effectiviteit van hun sociale gedrag en eisen die men zichzelf stelt in sociale situaties, 17 items betreffen de zelfwaardering i.v.m....
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).