De test bestaat uit een kaart met de complexe figuur, papier, potlood en scoringsformulier. Opdracht: het uit de vrije hand natekenen van de figuur. Wordt o.a. gebruikt voor screening op hersenorganiciteit.
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).
Schooltoets met drie boekjes, voor het tweede, derde en vierde leerjaar elk één. Elk boekje bevat naast drie oefenvoorbeelden 32 in moeilijkheidsgraad opklimmende opdrachten. De opdrachten zijn niet aan een bepaalde methode gebonden.