De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...
Observatieschaal met 123 gedragsbeschrijvingen (in groepjes van vier tot tien) die wordt ingevuld door onderwijsgevenden. De items zijn verdeeld over 19 situaties die ingedeeld zijn in vijf hoofdcategorieën: Interactie met onderwijzer(es),...