Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst bestaande uit vijf basisschalen die het gezinsfunctioneren weergeven:1. Responsiviteit: de opvoedingsrelatie van de ouders met het kind.2. Communicatie: de communicatie van de ouders met het kind.3. Organisatie: de context waarbinnen...
Twee schooltoetsen die niet gebonden zijn aan een bepaalde lees- of taalmethode. Bij de Letterclustertest met 27 items moet de leerling uit vier alternatieven de juiste lettercombinatie kiezen. Gedeeltelijk oplopende moeilijkheidsgraad. Bij de...
Vragenlijst met 20 items (positieve en negatieve aspecten van gezondheid) die op drie-, vijf- of zes-puntsschalen beantwoord moeten worden. Mondelinge afname met antwoordkaartjes verdient de voorkeur. Enkele items betreffen een bepaalde...