Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst bestaande uit vijf basisschalen die het gezinsfunctioneren weergeven:1. Responsiviteit: de opvoedingsrelatie van de ouders met het kind.2. Communicatie: de communicatie van de ouders met het kind.3. Organisatie: de context waarbinnen...
De test bestaat uit twee subtests: rekenvaardigheid en cijferreeksen. De eerste bestaat uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord uit vier alternatieven gekozen moet worden. Cijferreeksen bestaat uit 26 opgaven waarbij uit vijf...