NEDERLANDSE DIFFERENTIATIE TESTSERIE VOOR TOELATING TOT HET VMBO, NDT, 2003

De NDT-2003 kan als opvolger van de IBO Differentiatietest (1979) worden beschouwd en bestaat uit 9 subtests, die 10 opdrachten bevatten. Hieruit worden vijf factoren afgeleid:1. Redeneervermogen (Reeksen en Figuren); 2. Verbaal vermogen (Zinnen...

COMPETITIE-BELEVINGS VRAGENLIJST EN VRAGENLIJST BELEVING VOOR EEN SPORTWEDSTRIJD, CBV en VBS, 1996

Nederlandse bewerkingen van de Sport Competition Anxiety Test, SCAT en de Competitive State Anxiety Inventory-2, CSAI-2, van R. Martens e.a. (1977/1980)

De CBV heeft 10 items, die betrekking hebben op gevoelens en gedachten die respondent in het algemeen heeft vóór een wedstrijd. Er zijn vijf afleidingsitems. Drie antwoordmogelijkheden. De CBV wordt niet direct vóór een wedstrijd afgenomen maar ...

GEDRAGSOBSERVATIESCHAAL, K3-L1, 1989

Observatieschaal met 47 items die door de leerkracht wordt ingevuld na een observatieperiode van een maand. Op een vijfpuntsschaal (van altijd tot nooit) en een zevenpuntsschaal (van zeker tot helemaal niet) wordt observeerbaar gedrag...

NUMERIEKE AANLEGTEST, NAT ’70, 1970

De test bestaat uit twee subtests: rekenvaardigheid en cijferreeksen. De eerste bestaat uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord uit vier alternatieven gekozen moet worden. Cijferreeksen bestaat uit 26 opgaven waarbij uit vijf...