Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
De test bestaat uit drie subtests: Woordvinding Woordenschat Test (WWT), Actie Platen Test (APT) en de Bus Verhaal Test (BVT). De Woordvinding Woordenschat Test bestaat uit vijftig zwart-wit tekeningen van zelfstandige naamwoorden die door het...
Vragenlijst met 58 items die op een zespuntsschaal van ‘dat is beslist zo' tot ‘dat is beslist niet zo' worden gescoord. De items betreffen aspecten van dwanggedrag.