De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Het begeleidingsinstrument bestaat uit een formulier voor de leraren, waarbij men voor elke leerling op een zespuntsschaal aan moet geven in hoeverre men denkt dat die leerling het diploma zal halen. Daarnaast wordt aan de leerling een lijst van...
Vragenlijst met 58 items die op een zespuntsschaal van ‘dat is beslist zo' tot ‘dat is beslist niet zo' worden gescoord. De items betreffen aspecten van dwanggedrag.