De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Men legt voor de patiënt in een vaste volgorde een aantal schijfjes op tafel. Deze schijfjes variëren in grootte, vorm en kleur. De test bestaat uit vijf reeksen ‘oral commands expressed in progressively more and more complex non redundant...
De vragenlijst bestaat in twee uitvoeringen: de Likertvorm (bedoeld voor vergelijkingen tussen groepen per behoeftencategorie) en de Q-sort vorm (bedoeld voor vergelijkingen tussen behoeftencategorieën binnen één persoon).Beide uitvoeringen...