De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Vragenlijst van 107 items, die met ‘waar' of ‘niet waar' beantwoord worden, verdeeld over 10 subschalen. Tevens 14 inventariserende items betreffende probleemgedrag dat aan depressie verwant is. De subschalen zijn: Depressieve ontstemming...
Men legt voor de patiënt in een vaste volgorde een aantal schijfjes op tafel. Deze schijfjes variëren in grootte, vorm en kleur. De test bestaat uit vijf reeksen ‘oral commands expressed in progressively more and more complex non redundant...