WERKVERKENNER, 2019

Instrument bestaande uit 46 tot en met 54 items, gericht op 37 harde en zachte persoons- en situatiekenmerken van werklozen. Twaalf harde kenmerken worden overgenomen uit de administratie van UWV. Andere harde en zachte kenmerken worden...

VTO TAAL 2-JARIGEN, 2006

Beoordelingsschaal gericht op de taalontwikkeling van het 2-jarige kind met drie onderdelen:- Woorden (3 items): meet de taalproductie van het kind. Er zijn zeven antwoordcategorieën oplopend van ‘duidt dat niet aan' tot ‘zinnetje van 2 of meer...

KORTE INDICATIEVE VRAGENLIJST VOOR PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN, KIVPA, 2004

herziene versie

Begeleidingsinstrument bestaand uit 2 vragen over achtergrondkenmerken, 8 indicatieve vragen over gezondheid, welbevinden, enz., 5 vragen over psychosomatische klachten, 3 vragen over bovenmatig gebruik van genotmiddelen, 3 vragen over...

LANDELIJKE SIGNALERINGSHULP PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK KLEUTERS, LSPPK, 1996

Begeleidingsinstrument bestaand uit 2 onderdelen: een lijst met 12 items die door de ouders wordt ingevuld, voorafgaand aan het PGO. De ouders vullen in of de stellingen ‘waar', ‘een beetje waar' of ‘niet waar' zijn met betrekking tot gedrags-...

OUDER-KIND INTERACTIE VRAGENLIJST-REVISED, OKIV-R, 1997

Vragenlijst met 25/21 items die verwijzen naar concreet gedrag, opvattingen en affect tussen een ouder en een kind. Op vijfpuntsschalen moet respondent aangeven in welke mate het gedrag voor komt of het item van toepassing is. M.b.v. een aparte...

VERKORTE INFORMANT VRAGENLIJST, 1996

Bewerking van de Informant Questionnaire on Cognitive Decline in the Elderly Short Form, IQCODE, van A.F. Jorm en P.A. Jacomb (1989, 1994)

Observatieschaal met 16 items die bezigheden omschrijven m.b.t. ont­houden   en nadenken. Aan de informant (familielid of verzorgende) wordt gevraagd op vijfpuntsschalen, van "veel beter" via "niet veranderd" tot "veel slechter", aan te geven...

CES-D VOOR OUDEREN, 1994

Bewerking van de CES-D van L.S. Radloff (1977)

Schaal met 20 eenvoudig geformuleerde items die zelfstandig kunnen worden ingevuld of door getrainde interviewers worden voorgelezen. Er zijn vier a priori subschalen: Depressief gevoel (11 items), Interpersoonlijk (4 items), Positief gevoel (4...

AGORAPHOBIC COGNITION QUESTIONNAIRE, ACQ, 1995

Bewerking van de ACQ van D.L. Chambless e.a. (1984)

Vragenlijst met 14 items met betrekking tot catastrofale gedachten over mogelijke consequenties bij een angstaanval. Respondent moet aangeven op een vijf­punts­schaal (van ‘nooit' tot ‘altijd') hoe vaak iedere gedachte voorkomt  bij angst of...

POST TRAUMATISCHE STRESS STOORNISSEN-ZELF-SCORING, PTSS-ZS, 1995

Bewerking van het Structured Interview for PTSD van J.R.T. Davidson e.a. (1989). Researchinstrument

Zelfbeoordelingsvragenlijst met 17 items verdeeld over de onderdelen Herbeleven, Vermijden en Hyperactivatie. Van drie mogelijkheden moet het over de laatste vier weken meest passende antwoord aangekruist worden.Elk item correspondeert met één...

VRAGENLIJST RECENT MEEGEMAAKTE GEBEURTENISSEN, VRMG, 1985

Bewerking van de Recent Life Change Questionnaire van R.H. Rahe (1975), de Life Experience Survey van I.G. Sarason e.a. (1978), Life Events schalen van E.S. Paykell e.a. (1971) en de Life Events and Difficulty Schedule. Researchinstrument

Screeningsinstrument met 59 gebeurtenissen die met onderverdelingen totaal 115 items omvatten. Respondent moet aangeven welke van de genoemde gebeurte­nissen hij/zij in het afgelopen jaar heeft meegemaakt en vervolgens op vijfpuntsschalen (van...