Schooltoets met twee parallelvormen A en B met elk 40 opgaven. De opgaven zijn in groepen van vijf verdeeld over acht onderdelen: Vergelijken, Classificeren, Correspondentie leggen, Seriëren, Telwoorden gebruiken, Synchroon en verkort tellen,...
De toets bestaat uit een Verbaal/theoretisch gedeelte met de subtoetsen Woordenschat, Zinsbouw, Logisch redeneren met woorden, Soortbegrip en een Wiskundig praktisch gedeelte met de subtoetsen Ruimtelijk 2-dimensionaal, Ruimtelijk...
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.