Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Begeleidingsinstrument met 20 vragen die op vijfpuntsschalen (van ‘nooit' tot ‘altijd') beantwoord moeten worden.De lijst kan worden afgenomen en geïnterpreteerd door studie-adviseurs en studentenpsy-chologen, maar ook door de student zelf.
Begeleidingsinstrument met 13 dysgrafische schriftkenmerken m.b.t. slechte organisatie van het schrijfvlak, afwijkingen in het schrijfspoor en fouten in vormen en verhoudingen.De kinderen moeten gedurende vijf minuten in verbonden schrift een...
Test met 22 subtests die deel uitmaken van de gebieden Psychomotoriek, Intelligentie, Taal en Spraak en Voorbereidend Lezen en Rekenen. De proefleider maakt observaties tijdens de afname en laat het kind hardop vertellen hoe het tot een...