SUPPORTS INTENSITY SCALE: SCHAAL INTENSITEIT VAN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN - NEDERLANDSE VERSIE, SIS NL 1.2, 2010

Semi-gestructureerd interview bestaande uit drie secties:1. Schaal voor Behoefte aan Ondersteuning. Deze schaal bestaat uit 49 activiteiten die zijn gegroepeerd in zes subschalen: Activiteiten in Huis; Activiteiten in de Samenleving; Leren en...

DIFFERENTIËLE AANLEG TEST VOOR HRM, DAT voor HRM, 2007

Nederlandse bewerking van de Differentiële Aanleg Test-NL-A van J. de Wit en E. Compaan (2005)

Testbatterij met acht tests gericht op intellectuele capaciteiten:- Figurenreeksen: 30 reeksen van 4 figuren waarbij de kandidaat de logische voortzetting van de reeks uit vijf antwoordalternatieven kiest. Deze test meet het abstract...

DIFFERENTIËLE AANLEG TEST VOOR ONDERWIJS VERSIE A: HAVO/VWO, DAT NL A, 2005

Nederlandstalige bewerking van de Differential Aptitude Tests for Schools (1995)

Testbatterij met negen tests gericht op het meten van intellectuele capaciteiten:- Denken met Figuren: meet visueel abstractievermogen; 30 reeksen van vier figuren. Keuze uit een van vijf alternatieven die de reeks op logische wijze afmaakt.-...

DIFFERENTIËLE AANLEG TEST VOOR ONDERWIJS VERSIE B: VMBO ONDERWIJS, DAT NL B, 2005

Nederlandstalige bewerking van de Differential Aptitude Tests for Schools (1995)

Testbatterij met negen tests gericht op het meten van intellectuele capaciteiten:- Denken met Figuren: meet visueel abstractievermogen; 30 reeksen van vier figuren. Keuze uit een van vijf alternatieven die de reeks op logische wijze afmaakt.-...

PC IN BASKET “ZEEZICHT”, 1999

Nederlandse bewerking (1994)

Screeningsinstrument. Kandidaat moet een uur lang de rol van manager in een organisatie waarnemen. Hierbij moeten 40 binnengekomen brieven en memo’s afgehandeld worden. Voor elke brief moeten vier beslissingen genomen worden: Delegeren,...

LAY’S PROCRASTINATIESCHAAL, LPS, 1991

Bewerking van Lay’s Procrastination Scale (1986)

Begeleidingsinstrument met 20 vragen die op vijfpuntsschalen (van ‘nooit' tot ‘altijd') beantwoord moeten worden.De lijst kan worden afgenomen en geïnterpreteerd door studie-adviseurs en studentenpsy-chologen, maar ook door de student zelf.