Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Schaal met 36 beweringen verdeeld over vier subschalen:V. verwerking van het gehandicapt zijn; HO. het als hinderlijk ervaren om van hulp afhankelijk te zijn; SO. sociale consequenties van het gehandicapt zijn; BO. bodem, emotionele geaardheid...
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.