Test met veertien subtests, te weten tien primaire subtests en vier aanvullende, secundaire subtests. Acht subtests waren ook opgenomen in de WISC-IIINL: ‘Blokpatronen’, ‘Overeenkomsten’, ‘Cijferreeksen’, ‘Substitutie’, ‘Woordkennis’, ‘Symbolen...
Deze niet-verbale test bestaat uit zes subtests met elk ca. 15 in moeilijkheidsgraad oplopende items. Er zijn drie redeneersubtests: Categorieën, Analogieën en Situaties en drie performale meer ruimtelijke subtests: Mozaïeken, Puzzels en...
Testbatterij voor het meten van het algemene intelligentieniveau, bestaande uit 15 subtests en 4 index-schalen. De subtests worden in een standaardvolgorde afgenomen, waarbij eerst de 10 kernsubtests worden afgenomen, eventueel gevolgd door de...
Test bestaande uit 9 subtests en 2 vragenlijsten:- Zinnen Begrijpen (ZB): een plaatje aanwijzen dat de aangeboden zin weergeeft.- Woordstructuur (WS): een zin aanvullen met de gevraagde woordvorm.- Actieve Woordenschat (AW): een ding, persoon of...
Test bestaande uit 14 afbeeldingen met 36 bijbehorende vragen en opdrachten. De items lopen op in moeilijkheidgraad. Theory of Mind (ToM) is de (cognitieve) vaardigheid om aan jezelf en aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en intenties toe...
Vragenlijst met 140 items en zeven schalen. Een korte beschrijving van de schalen en hun meetpretentie:- Inadequatie: emotionele (in)stabiliteit.- Sociale Inadequatie: aan-/afwezigheid van sociale angst.- Rigiditeit: nauwkeurigheid, ordelijkheid...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Vragenlijst met 91 beweringen met betrekking tot attitudes, waarden, gedrag en doeleinden t.a.v. de opvoeding. Op een zespuntsschaal van ‘helemaal mee oneens' tot ‘helemaal mee eens' moet worden aangegeven in welke mate de uitspraak van...
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.