Op basis van de GALO en GIVO geconstrueerde schriftelijke test met zes subtests die twee factoren meten:I. Taalkundige kennis en inzicht met de subtests Synoniemen, Analogieën en Categorieën,II. De Symbolische factor, die omvat: a. Rekenkundig...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Testbatterij voor het beoordelen van de ontwikkeling van jonge kinderen op vijf gebieden: Cognitie, Taal, Motoriek, Sociaal-emotionele Ontwikkeling en Adaptief Gedrag. Binnen het taaldomein wordt door middel van twee subtests onderscheid gemaakt...
Observatieschaal met 49 beweringen die door een ouder/verzorger moeten worden aangekruist op een driepuntsschaal: ‘niet-', ‘soms-', ‘duidelijk van toepassing'. Er wordt gevraagd naar het gedrag van het kind gedurende de laatste twee maanden.De...
Gezinsleden spreken zich uit over hoe zij hun gezin zien en beleven door een vragenlijst met 77 items in te vullen (ja/nee). De items zijn verdeeld over zeven categorieën met ieder 11 items: Cohesie, Expressiviteit, Conflict, Organisatie,...
De vragenlijst is gebaseerd op het stressmodel van Lazarus (1970) en de attributietheorie van Weiner (1972) en bestaat uit vier delen:A. Subjectieve Gezinsbelasting; vragenlijst met acht categorieën zoals Acceptatie, Aankunnen, Problemen hebben...
Vragenlijst met 130 items die zelfstandig door ouder of verzorger wordt ingevuld of voorgelezen. Bij elke uitspraak moet op een driepuntsschaal aangegeven worden of deze nu of in de afgelopen zes maanden van toepassing is geweest. De uitspraken...
De CPZ bestaat uit twee delen:A. een vragenlijst met 109 items die het gebruik van vocale en non-vocale communicatievormen in de dagelijkse leefwereld gedurende de laatste twee maanden inventariseert. De lijst wordt vanuit het geheugen...
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
Schaal met 22 items die betrekking hebben op in het dagelijks leven direct waarneembare vormen van grove motoriek zoals zitten, lopen, wandelen etc. Oplopende moeilijkheidsgraad.De SMZ dient ingevuld te worden door iemand die betrokkene goed...