NIJMEEGSE VRAGENLIJST VOOR DE OPVOEDINGSSITUATIE, NVOS, 1989

De vragenlijst is gebaseerd op het stressmodel van Lazarus (1970) en de attributietheorie van Weiner (1972) en bestaat uit vier delen:A. Subjectieve Gezinsbelasting; vragenlijst met acht categorieën zoals Acceptatie, Aankunnen, Problemen hebben...

NEUROPSYCHOLOGISCHE TESTSERIE VOOR OUDERE LICHT VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN, NETOL, 1998

Testserie met 17 subtests, deels enigszins gewijzigd overgenomen uit be­staand materiaal (Luria), deels aangepast (Lezak, Halstead-Reitan) of nieuw ontwor­pen. De subtests horen elk bij één van de vijf hoofdgroepen: Verbale functies,...

SCHLICHTING TEST VOOR TAALPRODUKTIE, 1995

Testbatterij van vier zelfstandige tests: Zinsontwikkeling (40 items), Woordontwikkeling (62 items), Auditief geheugen (15 items) en de Lexilijst (309 woorden en tien zinnetjes), waarbij de ouders invullen welke woor­den het kind kent. Met los...

WOORDENSCHATTESTS, BESTEMD VOOR HET EERSTE LEERJAAR VAN HET VBO EN VAN HET MAVO, HAVO EN VWO, 1993

Leerdoelgerichte schooltoetsen (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode), die begrijpend lezen meten op woordniveau. Eén is bestemd voor VBO en de ander voor MAVO, HAVO en VWO. De woordenschattests hebben 34 resp. 29 items waarbij de...

BEGRIJPEND LEESTEST, BESTEMD VOOR HET EERSTE LEERJAAR VAN HET VBO, 1993

Leerdoelgerichte schooltoets (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die begrijpend lezen meet op tekstniveau. De Begrijpend Leestest bestaat uit 12 informatieve teksten waarover per tekst één tot vier vragen gesteld worden. Uit vier...

BEGRIJPEND LEESTEST, BESTEMD VOOR HET EERSTE LEERJAAR VAN HET MAVO, HAVO EN VWO, 1993

Leerdoelgerichte schooltoets (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die begrijpend lezen meet op tekstniveau. De Begrijpend Leestest bestaat uit tien informatieve teksten waarover per tekst twee tot vijf vragen gesteld worden. Uit...

ACTIEVE PASSIEVE WOORDENSCHATTEST, APW, 1993

Schooltoets met één opdracht (19 items) die de passieve woordenschat meet en drie opdrachten (54 items) die de actieve woordenschat meten. De leerling moet een woord uit vier alternatieven kiezen, afbeeldingen benoemen, woorden afleiden uit...

GRONINGSE ONTWIKKELINGSSCHALEN, GOS 2½ - 4½, 1996

Gedeeltelijk een Nederlandse bewerking van subtests uit de Kaufman Assessment Battery for Children (1983)

Test met 13 subtests met oplopende moeilijkheidsgraad. Zeven subtests doen een beroep op simultane, zes subtests op sequentiële verwerking van stimuli:Simultane Schaal: MS, Magische schijf (15 items); GH, Gezichtsherkenning (15 items); GW,...

BEKNOPTE BEOORDELINGSMETHODE VOOR KINDERHANDSCHRIFTEN, BHK, 1987

Verkorting en bewerking van de dysgrafieschaal van De Ajuriaguerra e.a. (1979) Experimentele versie

Begeleidingsinstrument met 13 dysgrafische schriftkenmerken m.b.t. slechte organisatie van het schrijfvlak, afwijkingen in het schrijfspoor en fouten in vormen en verhoudingen.De kinderen moeten gedurende vijf minuten in verbonden schrift een...

COMPETITIE-BELEVINGS VRAGENLIJST EN VRAGENLIJST BELEVING VOOR EEN SPORTWEDSTRIJD, CBV en VBS, 1996

Nederlandse bewerkingen van de Sport Competition Anxiety Test, SCAT en de Competitive State Anxiety Inventory-2, CSAI-2, van R. Martens e.a. (1977/1980)

De CBV heeft 10 items, die betrekking hebben op gevoelens en gedachten die respondent in het algemeen heeft vóór een wedstrijd. Er zijn vijf afleidingsitems. Drie antwoordmogelijkheden. De CBV wordt niet direct vóór een wedstrijd afgenomen maar ...